An in-depth spiritual journey through the truths and traumas of ones past to a rebirth and renewal of personal wholeness.
To the ancients, the goddess Hekate symbolized the inner journey back to the soul. Indeed, ancient philosophers identified her as Anima Mundi, the soul of the world. As such, she connects many archetypes associated with the cycle of life, death, and rebirth. From her role as protector of roadways to her power as the bringer of death, she offers us keys for healing.
Incorporating her personal experiences with those of her students, Cyndi Brannen weaves a supporting circle around the reader as they start their path towards soulful living, culminating in rebirth.
Blending symbolism, transcendent experiences, dreams, and natural magic with sound psychological theories and practices, Entering Hekates Cave guides the reader safely through the journey back to the soul.
A guide to plant spirit ritual and witchcraft, with practical instruction on the use of botanicals especially associated with the beloved goddess Hekate and her daughters Circe and Medea.
Bringing pharmakeia (the practice of plant spirit witchcraft) into contemporary times, Entering Hekate’s Garden merges historical knowledge with modern techniques. In it, author Cyndi Brannen offers her extensive insight into Hekatean ritual and witchcraft and especially its application to the Green World. The book features detailed monographs dedicated to 39 plants ranging from the esoteric such as aconite, American mandrake, and damiana to the accessible including bay laurel, dandelion, fennel, garlic, juniper, and lavender.
This book blends traditional methods with the author’s personal approach, emphasizing her understanding of plant spirits as allies in the witch’s journey. It includes a new taxonomy for interpreting plant energies, methods for creating new correspondences, the importance of layering, using botanicals in spells, rituals, altars, and more, as well as ways to develop meaningful relationships with the pharmakoi (master plant spirits). Poetry, petitions, and musings about pharmakeia are woven throughout.
Entering Hekate’s Garden takes readers deep into the mystical world of botanical witchery in a way no other book has before.
The last edition of The Hekataeon sold out in three weeks, and it has remained in high demand ever since. Due to hundreds of requests, Grayle Press is now re-issuing this popular grimoire in a formidable, altar-worthy volume that contains a complete self-initiation into the mysteries of Hekate. It includes Jack Grayle’s hymns, prayers, invocations, incantations, scripts, and initiatory rites from previous editions, as well as three new, never-before-seen workings written by Jack including one for reconnecting with Hekate after a lapse in praxis, and another for creating a wand to transform the mundane to the magical. It also contains a brand-new illustration by occult artist Rowan E. Cassidy, full-color photos (and three new ones), and a beautiful new cover design.
The Hekataeon is remarkable grimoire presenting a complete system of self-initiation into the mysteries of Hekate, the Maiden-Serpent-Wolf who stands at the crux of the crossroads of all realms and realities. As such, it presents dozens of rituals, rites, spells, songs, scripts and sorcerous workings to ally oneself with the Lady of the Crossroads herself, as well as the witch-queens of late antiquity which embody her current of chthonic magic, to include Medea, Kirke, and Pasiphae. It also contains hymns to win the blessing of goddesses and gods such as Artemis, Selene, Persephone, Apollo, Helios, Hermes and Dionysus. Within its pages are consecrations for tools of art, by invoking powerful daimons such as Kerberos, Orpheus, the Fates, the Furies, and the Greco-Egyptian underworld spirit
Je ziel weet waarom je op aarde bent en overziet alles van jou en je leven. Als je bent afgestemd op je ziel heb je een innerlijk kompas dat je de weg wijst naar de bestemming in jouw leven. Ook als je onderweg een andere afslag neemt, zal je ziel je toch weer laten weten wat de goede richting is. In Je ziel wijst je de weg geeft transformatie- en traumatherapeut Saskia Basten haar visie op de ziel en de relatie die de ziel heeft met andere lagen van bewustzijn. Ze geeft onder meer antwoord op de vragen ‘Hoe kun je verbinding maken met je ziel?’, ‘Wat gebeurt er in je leven als je een sterkere verbinding met je ziel hebt?’ en ‘Hoe kunnen spirits helpen je bewustzijn te verruimen?’ Geïnspireerd door de levensboom uit de kabbalah en het sjamanisme ontwikkelde Saskia Basten zeven levenspaden. Bij de paden behandelt zij onder meer planeten, aartsengelen, krachtmedicijnen en krachtdieren. Ook geeft zij oefeningen die uitnodigen tot verbinding met je ziel, reflectie en meditatie. Het verhaal over Maria Magdalena biedt verdieping aan de informatie en oefeningen. Door het lopen van de zeven levenspaden stem je je af op je ziel en vind je jouw weg naar meer inspiratie, kracht en flow.
Recensie Serotia Vors 21-01-2024
Voordat mijn ziel mij de weg kan wijzen, vind ik het toch wel belangrijk om te weten wat mijn ziel dan wel precies inhoudt en wat de ziel betekent voor mij. Met die gedachten ben ik aan dit boek begonnen, mijn eigen zoektocht, zoals Saskia die vraag dus ook zichzelf stelde en het antwoord vond in het schrijven van dit boek. Allereerst mijn complimenten voor de vormgeving, de kleuren van de cover, en de zwart-wit versie die terugkomt bij ieder hoofdstuk zijn een plezier voor het oog, dat mag ook wel eens gezegd worden. Saskia is therapeut en dat zie ik terug in haar manier van schrijven. De duidelijke uitleg van de zeven lagen van bewustzijn en de zeven paden van licht, vreugde, reflectie, vertrouwen, creatie, overvloed en wijsheid, waarmee zij ook beroepsmatig werkt. Die paden plaatst ze op de levensboom, de Kabbalah, een verhelderende manier voor mij om het zo te kunnen begrijpen. Ook al weet je niets van de Kabbalah, haar uitleg daarvan en hoe het bewustzijnsniveau hierop ingedeeld is, is voor iedereen op deze manier te vatten. Termen als het hogere zelf, het ware zelf en het lagere zelf komen voorbij, alles goed en duidelijk uit gelegd en omschreven. Verder in het boek zie ik omschrijvingen van planeten, geplaatst op posities van ons lichaam en op de levensboom. Waar zit wat? Welk pad bevat welk thema en welke planeet is daarbij belangrijk? Ook aartsengelen komen voorbij in de zeven paden, hoe ze kunnen helpen en welke rol ze spelen. Dit geldt ook voor krachtdieren, met prachtige teksten en gedichten. Schildpad trok mijn aandacht… schildpad nodigt je uit om te vertragen, iets wat een tarotist van de week ook al tegen mij zei bij een kaartlegging, mooi die synchroniciteit van twee kanten. Pad van Vreugde heeft mij het meest geraakt, kijken achter het masker van je ego. Het masker dat je toont aan de buitenwereld. Het ego dat je ontwikkelt als kind zijnde om je aan te passen aan je omgeving. Nadenkend over mijn kind zijn kwam dit hele verhaal toch wel erg confronterend binnen, erg raak ook. In het boek staan bij ieder pad oefeningen, in de vorm van opdrachten, meditaties, iets schrijven, tekenen etc. Een van de oefeningen bij het Pad van Vreugde was luisteren naar muziek die je hart raakt. Wat doet het met je? Laat het binnen komen, muziek kan je bijvoorbeeld tot tranen ontroeren. En zo waren er nog een paar mooie oefeningen die ik heb gedaan. Ik werd geraakt, kreeg inzichten, kreeg reflectie. Een aantal ga ik nog doen, omdat het lezen van dit boek één ding is, en daadwerkelijk het boek helemaal doorwerken een ander ding is. Maar de oefeningen helpen zeker om jezelf te doorgronden, je ziel te doorgronden, meer dan dat ik er in eerste instantie van verwachtte. Verder loopt er door het boek nog een verhaal over Maria Magdalena, dat verdieping biedt aan de informatie en oefeningen, laat je erdoor verrassen! Ik ben reuze benieuwd wat het boek mij nog meer gaat brengen, want ik ben er nog niet klaar mee. Het is een boek dat je laat nadenken, ontdekken maar ook confronteert, en bepaalde zaken hebben nu eenmaal even tijd nodig om te zakken, om in te dalen, voordat je weer verder kan.
The first scholarly study of the only religion which England has ever given the world; modern pagan witchcraft. It tells the story of its development and nature, and uses that story as a microhistory for a general consideration of attitudes to paganism, witchcraft, and magic in British society since 1800.
The first volume of Jake Stratton-Kent’s Encyclopaedia Goetica is a reconstruction of the Grimorium Verum from the corrupted Italian and French versions of the grimoire. The True Grimoire comprises a coherent and eminently workable system of goetic magic, with extensive commentary and notes by a practicing necromancer.
The second edition appears thirteen years after the True Grimoire was first published, in which time it has become a critical and foundational work of the current magical revival. As Dr Alexander Cummins observes in his Foreword, the True Grimoire ‘spearheaded a particular renaissance in grimoire studies towards more informed historical analysis and more engaged mythopoetic ritual praxis, all the while centring the realities of hands-on cunning.’
In his introduction and notes to the grimoire, Stratton-Kent elucidates the importance of this concise and comprehensive text to magicians and students of magic alike:
‘The grimoire deals with significant themes that other, often larger, texts have lost, omitted or obscured. […] It enables the persistent seeker to see, essentially, what many have failed to see, that underlying goetic magic is a hidden tradition of great depth and significance. It possesses a traditional methodology that confronts and deals directly with the same primal realities faced by our most remote ancestors; in which all later magic and religion had their original impetus, but which in the West is primarily preserved in goetic magic alone.’
We are given insights across the grimoire tradition into allied texts such as the Grand Grimoire and Red Dragon, the Key of Solomon, the Lemegeton, Abramelin, Honorius and the Black Pullet. This is a treasure trove for the student of magic. Stratton-Kent reveals a grimoire tradition with roots in the Graeco-Egyptian magical papyri and the necromancy of the goês.
The True Grimoire is an elemental and chthonic grimoire of conjuration, pact-making and spell-working. It clearly and concisely explains how to contact and build a relationship with the spirits, and the primary role of the intermediary spirit, whom JSK characterises as ‘akin in a real sense to the Holy Guardian Angel in the Abramelin system.’ The text provides the timing, tools and conjurations for what is an attainable and practical system of magic.
The new edition is augmented by two previously published and out of print essays by the author: ‘ The Spell for Success’ gives a comprehensive analysis of a key part of the Grimorium Verum ritual, which it shares with a number of other Solomonic works, but which originates conceptually in pre-Solomonic magic; and ‘The Conjuration of Nebiros,’ which details a complete conjuration from the author’s personal work, illustrating the entire process and contextualising it.
The book has been redesigned and typeset by Alkistis Dimech, with necromantic emblems by Artem Grigoryev. In addition, the hardback and fine edition are issued with a letterpress print of The Prayer of the Salamanders.
Around the turn of the century, when Aleister Crowley was working out his system of Magick, the source that he turned to for basics was the system of Abramelin of Egypt. From Abramelin he took his concepts of protections, purifications, evocations, vestments, and dromena down to specific details. This system of Abramelin the Mage is known from a unique fifteenth century manuscript preserved in the Bibliothèque de L’Arsenal in Paris. In it, Abraham of Würzburg, a cabalist and connoisseur of magics, describes a tour that he made of the then civilized world, visiting sorcerers, magicians, and cabalists, estimating their powers and virtues. This quest is in itself as fascinating as the similar tours of Gurdjieff. The high point of Abraham’s travels was found in a small town on the banks of the Nile, where he encountered the great magician Abramelin, whose complete system Abraham thereupon sets out in detail. This amounts to a complete course in ceremonial magic (both white and black), which the student can pursue by himself. Abramelin, whose system is based mostly on Hellenistic theurgy of the Iamblichan sort, but with Jewish increments from the Cabala, explains the qualifications needed to become a magician, purifications, and asceticisms to be practiced month by month, studies and activities permitted during this period, selection of place and time for working magic, equipment needed, prayers and formulas, evocation of good and evil spirits, commanding spirits to do one’s will, overcoming rebellious spirits, and similar material. Specific instructions are offered to develop such powers as clairvoyance, divining metals and treasures, warding off evil magic, healing illness, levitation, transportation, rendering oneself invisible, creating illusions and glamour, reading minds, placing compulsions, working black magic, and a host of other abilities. We do not guarantee that Abramelin’s techniques work, nor that the results are desirable, but we offer this as a genuine medieval course in magic, one of the most important books in the history of occultism. It is of paramount importance to both the historian and the practitioner.